een Romeinse tempel
De Romeinse tempel bestond uit eenvoudige vormen, of een samenvoeging daarvan. De Romeinse tempel had vaak een rechthoekige basis, ronde zuilen en een zadeldak met timpaan. In sommige gevallen was de basis rond en/of had het een andere dakconstructie. Het verschil Voor de zware muren hadden de Romeinen een betontechiniek ontwikkeld. Ze bouwden eerst twee muren van platte bakstenen (deze manier heette opus recticulatum) of natuursteen (opus incertum) een stukje uit elkaar, en daartussen goten ze dan "beton", een mengsel van brokstukken dat bij elkaar werd gehouden door kalk en tras.
Het heilige der heiligen was de cella. De cella stond op een verhoging die via traptreden bereikbaar was.
Het heilige der heiligen was de cella. De cella stond op een verhoging die via traptreden bereikbaar was.